corona fases

Werken in coronatijden vanuit verschillende perspectieven in verschillende fases van de crisis

Waar we in april 2020 nog het idee hadden dat het een corona-cultuurshock zou worden van slechts enkele maanden, werden we in juni al wat realistischer.

In april pakte ik het plaatje van corporate antropoloog Jitske Kramer er nog bij. Corona zou hetzelfde effect geven als bijvoorbeeld een verhuizing naar een ander land. Het oude moest je loslaten, aan het nieuwe zou je met vallen en opstaan wennen. Uiteindelijk is corona voorbij en dan krijgen we ook nog even een terugkeershock te verwerken, maar dan doen we weer normaal met elkaar. Ik doorliep het plaatje in juni 2020 met klanten en we herkenden de fases.

Nu is het half november en zitten we in een tweede golf, een derde wordt verwacht in februari 2021. Corona blijkt meer te lijken op Heintje Davids die maar geen afscheid kon nemen, dan op een grote, zich herhalende verhuizing. Hoe dan ook: voor velen is het zwaar. Ontmoetingen zijn beperkt, voor ons als sociale diersoort een behoorlijke opgave en lastig vol te houden. Daarbij ontstaat er een tweedeling in werkend Nederland. Mensen die zich helemaal te pletter werken, denk aan de zorg, de voedingsmiddelenbranche, medewerkers die in grote organisaties iedere dag weer nieuwe protocollen moeten schrijven voor de wisselende coronaregels. En er zijn mensen waar minder werk voor is of helemaal geen werk. Voor wie de dagen lang duren en die niet kunnen doen waar ze goed in zijn. Beide situaties zijn niet gezond en op termijn mogelijk ondermijnend.

Ook bij onze klanten zie ik een tweedeling. Internationale klanten die volledig afschalen vanwege de harde lockdown in Europa. Belangrijk afzetkanalen zoals winkels en horeca gingen dicht en niet alles is online op te lossen. We hebben ook klanten die juist opschalen vanwege een toenemende vraag. Onder andere omdat er veel meer thuisgewerkt wordt.  Alle klanten zijn echter bezig met crisismanagement. Tegemoetkomingsregelingen van de overheid worden bestudeerd. Sommige klanten hebben het nodig, andere niet. Al onze klanten doen hun uiterste best de coronamaatregelen op te volgen en te doen wat in dit verband noodzakelijk is. Er is geleerd in de eerste golf. Iedere dag was anders. Wat normaal was werd vreemd, wat vreemd was werd normaal. In de zomer trok het aan en veel klanten voorspelden dat het jaar voor een groot deel financieel kon worden goedgemaakt.

Dat zagen wij ook terug in onze cijfers. Waar we een dip hadden van april tot en met juni, gingen de uren vanaf juli weer omhoog. Onze medewerkers stonden klaar en sloegen zich ook heel goed door de crisis heen. Waar we in maart nog enkele weken een hoog ziekteverzuim hadden, bleef het ziekteverzuim in de zomer steken op minder dan 2%. Wat een kanjers! Het leek net of corona zakelijk even niet bestond terwijl we niet het gevoel hadden dat de maatregelen minder streng werden toegepast of gehandhaafd. Zeker in productieomgevingen werd er strikt gestuurd op de coronaregels.

Wel moesten velen van ons de vakantie anders inrichten. Vluchten werden geannuleerd of omgeboekt, waarbij de kaarten met geel- of oranjegekleurde landen bepalend waren. Uiteraard hadden we ook eigenwijze uitzendmedewerkers die toch naar een land waren afgereisd waar de boel op oranje of rood stond. Voor hen gold: geen onderhandeling, een goed gesprek en in quarantaine bij terugkomst.

Nu zitten we met de tweede golf. In ons team ervaren we corona als meer dichterbij dan voorheen. In één keer krijgen we wel met zieke familieleden, collega’s en vrienden te maken, iets wat binnen ons team in de eerste golf nog niet zo sterk het geval was. Ook wij hebben de eerste besmettingen op de werkvloer te pakken. Opnieuw crisismanagement. Hoe zorgen we voor onze medewerkers? Qua gezondheid en qua geld? Waar is de besmetting ontstaan? Wat zegt het oerwoud aan regels? Hoe informeren we en werken we samen met de klant? Hoe voorkomen we paniek? Hoe isoleren we de besmette medewerkers die bij ons gehuisvest zijn? Wie rijdt de medewerkers die in contact zijn geweest met de besmette medewerkers naar de corona teststraat? Het leidt allemaal erg af van waar we mee bezig horen te zijn en ook bezig willen zijn: samen met klanten en medewerkers mooie gezamenlijke doelen realiseren.

Bedrijven/organisaties zijn organismen die altijd in beweging zijn. We hebben vaak de neiging om te vechten tegen de realiteit, in dit geval de coronarealiteit. Met elkaar moeten we accepteren wat we niet kunnen veranderen. Wat we wel kunnen doen is blijven luisteren naar elkaar. Respect hebben voor elkaars belangen. Simon Sinek stelt: “We zijn sociale dieren en het is voor ons onontbeerlijk om de daadwerkelijke, tastbare impact van onze inspanningen te zien; dat geeft ons werk betekenis en motiveert ons tot meer inzet en toewijding”. Concreet betekent dit dat je mensen niet zozeer motiveert door op hun eigen belang in te spelen (‘what’s in it for me?’) maar door te laten zien hoe zij een bijdrage leveren aan het leven van anderen. Van uw klanten, maar ook van uw en onze medewerkers. In deze tijd mag hier nog meer aandacht naartoe.

Als Crown doen we er zelf natuurlijk ook alles aan. Een sociale infrastructuur hoort bij onze kernwaarden. We verplaatsen ons in de positie van de medewerker en zijn gericht belangstellend waar het gaat om zijn of haar welzijn. We zijn letterlijk 24 uur per dag bereikbaar voor medewerkers en staan klaar als het nodig is. We gaan proactief met de klant aan de slag in plaats van reactief. Even die extra vraag, iets sneller reageren dan wordt gevraagd. We nemen ook verantwoordelijkheid als het even niet lekker loopt. We durven te reflecteren op ons eigen gedrag en prestaties. We doen het samen: klanten, uitzendmedewerkers en de kantoormedewerkers van Crown. Oftewel: goed voor onszelf en goed voor anderen. Dat klinkt goed toch!

Overzicht